Bevroren kikker

In een wak dat ik deel met het geluid van ijskoud glas

Zie ik toe op de lotgevallen van de kikker

Die het droge is ontvlucht en bevroren in de plas

zijn dutje doet.

 

De kikker, de plas en de wereld

Die zich graag groot houdt voor wie klein wil zijn

Is niet het enige dat mij, gevangen in ijswater

bezig houdt, de oever is er ook nog.

 

Schopenhauer danst aan de waterkant

De waarnemer van zijn eigen ongeluk ziet zichzelf niet

Dat is zo besloten

toen de god de mens maakte en de mens

de god bedacht.

 

In een wak waar het koud toeven is

Sta ik bovenop een bevroren kikker

Die met ogen dicht de dans ontspringt

van hen die de vulkaan niet kunnen missen.