Gaf ik mijn smaakpapillen aan de reiger
Om er kaas mee te proeven?
Badend in een bloeiend ochtendbad
Strijkt hij zijn veren
En strekt hij zijn benen
Of het ook een onsje meer mag zijn
Ik heb mijn droeftoeter op
Ik spaar geen zegels meer
Ik waan mij, voorovergebogen in de plas
Een man met een maaltijd
Die met de smaak van vis
En een vishaak in zijn vinger
Toch niet helemaal tevreden was
