Ik had de vuisten van de vliegende dag
Laten suizen, de zondag was een dag
Vol gaten waarin geen toekomst was te ontdekken
Wat is alles toch kapot
want niet vanzelfsprekend
De liefde niet van waarde
Wanneer niet onvoorwaardelijk
Wat is alles toch in tempo
Van gedane zaken niet mijn zaak
Als ik de spijt niet voel
Voordat ik hem hoef te voelen
Van dingen die ik onaangetast
Laat door feilen en dromen
Watert het geld mijn gemoed
Mijn geluk het hoofd van de eenhoorn
Die ontploft in duizend zinnen
Zoeken naar wat zinloos is
Heeft geen zin, zij kan het zonder jou
De dracht van het bestaan
Op jouw smalle schouders
Geen gedachte is verspild
Maar veel van wat jij denkt
Laten wij passeren
De ogen die in de wereld kijken
Hebben altijd zonder gekund
