Op 18 mei 1883 werd Walter Gropius geboren. Op 18 mei 1911, op Gropius’ 28e verjaardag, stierf de man met wiens vrouw hij een affaire had. Gustav Mahler wist van de affaire van zijn Alma met Gropius en zijn ontzetting daarover krabbelde hij neer in de kantlijn van de partituur van zijn 10e symfonie. Almschi! Für dich zu leben! Für dich zu sterben. Geschreven met de dood voor ogen en een vrouw die hem ontrouw was. De geest van de componist/dirigent was er een die in de laatste fase van zijn leven in een oververhitte staat verkeerde. Op zijn sterfbed had Mahler gevraagd een pot met mieren naast het bed te zetten. Het gekrioel van de kleine beestjes moest zijn geest afleiden van de doodsstrijd die zijn lichaam aan het voeren was.
Met de oprichting van Bauhaus wilde Walter Gropius de architectuur uit het domein van de kunst wegtrekken opdat deze zich zou focussen op functionele en toegankelijke ontwerpen. Je zou hem de geestelijke vader van de IKEA kunnen noemen.
Er komen meer draden van het lot samen op 18 mei. Op die dag in 1980 hing Ian Curtis zichzelf op. Vlak voordat Joy Division voor een tour naar Amerika zou vertrekken en vlak voordat de band haar tweede album zou uitbrengen. De laatste film die Curtis (je hoeft niet te wachten tot de dood die ons scheidt, dat doet de liefde al) keek was Werner Herzog’s Stroszek. Een film die op een haar van twee dagen na op 18 mei in premiere ging (op 20 mei 1977). Het leven voelt blijkbaar zwaar op 18 mei want op die dag in 2017 werd Chris Cornell dood aangetroffen op een hotelkamer in Baltimore. Hij had net een optreden met zijn band Soundgarden achter de rug (hun beste plaat “Badmotorfinger” voorziet op dit moment mijn trommelvliezen van een stevige doch heilzame massage).
Het was op het speciale verzoek van Gustav Mahler dat men hem, nadat men de dood zou hebben vastgesteld, met een pen in het hart zou steken om te voorkomen dat men hem levend zou begraven. Levend worden begraven, een oerangst, vooral in de tijd van voor de intensive cares, is een onderwerp dat centraal staat in menig horrorverhaal en in ieder geval in één songcyclus. “Lebendig Begraben” is een liederencyclus die de Zwitserse componist Othmar Schoeck schreef op basis van 14 gedichten van Gottfried Keller. De cyclus verbeeldt de gedachten van een man die abusievelijk levend wordt begraven nadat hij in coma is geraakt en dood is verklaard. En Dieter Fischer Dieskau, de legendarische Duitse Lieder Singer die vandaag in 2012 overleed, levert hier een van zijn indrukwekkendste vertolkingen af (klik linkje).



