Kijken naar Vermeer, kijken met Vermeer

Ze hadden toen al bakstenen, denk ik, als ik naar “Het straatje” en “Gezicht op Delft” kijk. Het zijn schilderijen van 400 jaar oud die zo de 21e eeuw in komen. Alsof ze, door vast te leggen van wat toen nu was, de toekomst in kijken.

Voor het eerst zijn allemaal bij elkaar, de 26 schilderijen die er van Vermeer bekend zijn, aan hem worden toegeschreven, maar van die 26 zijn er maar een paar die Vermeer postuum aan zijn wereldfaam zouden helpen. Mochten de schilderijen met bijbelse taferelen de enigen zijn die zouden zijn overgeleverd, degenen uit het vroege deel van Vermeers carrière , dat deel van zijn oeuvre dat zich zo goed voor vervalsing zou lenen (Han van Meegeren!), dan was Johannes Vermeer, een evengroot schilder als enigma uit een eeuw van goud waarin het niettemin stevig kon knetteren (rampjaar 1672, het beleg van Naarden, slavenhandel ook, verwarrende tijden voor het nationaal geheugen), tot een zeker vergeteldom zijn veroordeeld.

Het zijn zijn alledaagse taferelen (Melkmeisje, Kantwerkster, Brieflezende vrouw in blauw) die de toeschouwer betoveren en hypnotiseren. Ook nu nog. Of misschien wel: vooral nu. Zie die vrouw op “Het glas wijn” een slok uit dat wijnglas nemen. Vastgelegd terwijl het glas net haar gezicht bedekt. Ze staat er niet perse voordelig op. Het is een tafereel, zorgvuldig geconstrueerd, dat eenmaal tot volmaaktheid geschilderd, een zekere achteloosheid uitstraalt.

Interessant hoe die man vier eeuwen geleden naar de wereld keek. Wat bracht hem ertoe zulke gesofisticeerde middelen (rijke contrasten tussen zonlicht en schaduw, tussen huid en stof, grove streken versus verfijnd pointillisme, met fotografisch effect) in te zetten voor een tafereel zo alledaags? Er zit een terloopsheid in die doet denken aan die foto’s die je tegenwoordig, vaak net op het verkeerde moment, met je telefoon maakt. Dat die man toen, een tijd waarin alles tijd kostte, op eenzelfde wijze naar de wereld kon kijken als wij dat vandaag, epoque van instant-voldoening en wegwerpcultuur, dat doen.

Later, eenmaal buiten, op weg naar de metro, zeg ik tegen mijn vriendin in een poging tot contemplatie van wat we net hebben gezien:

– Als je nadenkt over hoe de mens door de eeuwen heen naar zichzelf en de wereld heeft gekeken, dan kun je je niet anders dan afvragen hoe de kunstmatige intelligentie over pakweg 10 jaar naar de mens zal kijken.

– Vind ik net iets voor jou, zo’n opmerking. Met dat serieuze gezicht erbij ook.

Tijdloos.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.